
Vorig jaar kreeg onze club van de Franse spelregelschrijver Hervé Caille een recensie-exemplaar van zijn l’Art de la Guerre. Het systeem zag er goed uit, maar in de herfst kwamen er ook allerlei andere systemen voor andere perioden uit, en AdlG belandde onderaan de stapel. Vandaag hadden we tijd voor een korte playtest: een slag Romeinen tegen barbaren.
Algemeen
Art de la Guerre is een systeem in opkomst. In Nederland is het volgens mij niet bekend. In Frankrijk wel, waar het een eigen schare volgers heeft. In (voormalig EU-land) Groot-Brittannië ook. Blogger Madaxeman deed een soort statistische analyse van ancient wargaming toernooien en toernooispelers in het thee-en-pislauw-bier-land. Field of Glory (een opgewaardeerde versie van DBMM) staat daar bovenaan (140 spelers) De Bellis Magistrorum Militum (DBMM) op 2 (80-90-spelers) en AdlG op 3 (84 spelers, 350 wereldwijd). Field of Glory heeft daar nog maar de helft van het aantal spelers van 2013 overigens. De Bellis Antiquitatis (voorganger annex ingekorte versie van DBMM) zit op 49 toernooispelers. Voor l’Art de la Guerre, als uit het Frans vertaald systeem dat moet opboksen tegen gevestigde regelsets is die snelle stijging naar de derde plaats heel opvallend.
Verklaarbaar is het wel. AdlG is uitgegaan van de bestaande DBx-systemen en heeft dat verbeterd en veranderd om een andere balans te krijgen. Ik kon het naadloos spelen met mijn voor FoG en DBA gevoetstukte klassieke legers. Basing stemt overeen. Veel regels zijn gelijk aan DBa/DBx. Verschillende aanpassingen geven er echter een heel eigen AdlG-draai aan. Caille mailde me desgevraagd:
I was inspired first by DBM and then include some elements from FoG, Armati and others rules. I have removed some odd things from DBM/DBA an allow every missile troops to be able to shoot.Hoe werkt het systeem?
Voor Engelse reviews met spelregeluitleg: zie TMP en Madaxeman. Samengevat komt het systeem op het volgende neer:
- je speelt een slag met 20-30 voetstukken, die gegroepeerd of individueel kunt bewegen
- je speelt om de beurt, maar je moet dobbelen wie het eerst aan zet is. Als je wint kun je ook bepalen dat je toch als tweede aan zet bent zodat je kunt afwachten.
- per beurt gooi je meerdere keren om te kijken hoeveel gegroepeerde en individuele voetstukken je mag bewegen
- combat is vereenvoudigd tot een systeem waarbij de aanvaller en de verdediger ieder 1 6-zijdige dobbelsteen gooien. Daar worden modifiers bij opgeteld/afgetrokken. Wie aldus het hoogste heeft gegooid, brengt treffers toe aan de eenheid van de tegenstander. Na 2 tot 4 treffers (op de ‘cohesion’) is de eenheid vernietigd.
The Miniatures Page vatte samen:
Combat is relatively straight forward, with each opposing pair of elements rolling a single die and applying various modifiers for unit type, terrain, and situation. The high-rolling element is deemed to be the victor and the lowest-rolling element is deemed to be the loser. Depending upon the difference between the two dice rolls, the loser will lose 1, 2, or 3 ‘cohesion points’ or be killed outright. For sake of comparison, heavy foot units will start with 4 cohesion points, medium foot, knight, and cavalry units will start with 3 cohesion points, and light foot and horse units will start with 2 cohesion points. Combat between heavy foot units tends to grind on for three to five rounds, with light units being dispatched with relative ease. Generals may also attempt to restore lost cohesion points by means of the rally action, although this is by no means guaranteed (especially whilst the unit is still in combat and not in base contact with the general).
Het leger dat het eerst grotendeels in wanorde of vernietigd is verliest.
Impressies
AdlG voelde erg aan als DBA. We manoeuvreerden, de linies kwamen tegenover elkaar, charge, dobbelen (“aha. We gooien 3 en 4. Jij hebt een supporting unit erbij, +1, ik ben in disorder, -1, jij wint met 1 verschil, ik verlies een cohesiepunt”). Het heeft daarmee ook de eenvoudige charme van DBA, het is snel en logisch zonder veel tabellen of heel veel dobbelstenen. Je moet net als bij DBA kiezen waar het zwaartepunt van je aanval of verdediging komt te liggen en je kunt niet alles tegelijkertijd bewegen. Verder zijn flankaanvallen en omtrekkende bewegingen
Er waren ook duidelijke verschillen.
- Bij DBA ligt de samenstelling van je leger vast. Bij AdlG kun je meer zelf kiezen of je bijvoorbeeld veel lichte infanterie wil inzetten of juist meer heavy swordsmen. Bij DBA zijn daardoor bepaalde legers erg sterk en andere vrij zwak. Romeinen zijn in DBA notoir moeilijk te verslaan, ten eerste omdat ze historisch moeilijk waren te verslaan, en in het DBA-spel omdat ze bepaalde ingebouwde bonussen hadden. In AdlG ben je als barbarengeneraal wat flexibeler in de samenstelling van je leger. Je zou meer lichte cavalerie kunnen toevoegen voor omtrekkende bewegingen bijvoorbeeld, of meer lichte infanterie omdat je in de bossen gaat vechten, Vietcong-stijl.
- De beweegafstanden van AdlG zijn iets langer en er zijn meer mogelijkheden dan in DBA om eenheden / groepen twee keer te bewegen in één beurt.
- Legers zijn groter dan DBA. Ieder DBA-leger bestaat vaststaand uit 12 voetstukken, in een samenstelling die vastligt in het regelsupplement, en geen onderscheid tussen elite of rekruut. Een AdlG-200 punten-spel heeft tussen de 20-30 voetstukken, meer vrijheid hoe je het leger samenstelt, en wél de mogelijkheid om sommige eenheden elite te maken, of om in plaats daarvan veel goedkope rekruten in te zetten.
- Een DBA-leger heeft maar één commandant. Een AdlG-leger is opgedeeld in drie commando’s. Een ondercommandant kan meer of minder slim zijn, wat de kans verhoogt/verlaagt om een extra bewegingsorder te kunnen geven.
- Een eenheid in DBA wordt (in de regel) bij verlies van een gevechtsbeurt ofwel naar achteren geduwd (recoil) ofwel vernietigd, In AdlG krijgt de eenheid een treffer, raakt door de treffer in wanorde, raakt door de wanorde minder effectief, maar de generaal kan proberen om de eenheid te rallyen. Een eenheid kan meerdere treffers oplopen voordat zij vernietigd is. Anders gezegd: AdlG is hierin subtieler dan DBA.
- Er zijn binnen AdlG regels voor flankaanvallen en hinderlagen, als extra tactische verrassing.
Voorlopig oordeel
We moesten er even inkomen, maar de regels zijn op zichzelf vrij helder. Beginners of mensen die gewoon een snel potje ancient wargame willen doen raad ik nog steeds DBA aan, als snel kleinschalig systeem dat dwingt tot tactisch nadenken. De nieuwste versie, DBA 3 (die ik nog niet ken) repareert bovendien zwakheden van eerdere versies en maakt manoeuvreren over een breder front eenvoudiger. Wie iets groter wil zou een Big Battle-DBA kunnen doen, met 24 voetstukken aan iedere zijde. Dat is ongeveer even groot als AdlG. AdlG is trouwens ook met 10-20 voetstukken goed te spelen.
Juist voor wat ingewikkelder of grootschaliger spelletjes echter vind ik AdlG een leuke variant op DBA. Het dobbelen wie als eerste aan zet is/moet zetten geeft een interessante onvoorspelbaarheid en de uitwerking met hinderlagen, flankaanvallen en eenheden in wanorde maakt het iets ‘dieper’ dan DBA.
DBMM en FoG ken ik alleen maar van doorlezen. Mijn indruk is dat die spellen complexer zijn dan AdlG en veel complexer dan DBA. FoG is beter geschreven en grafisch mooier dan DBMM of DBA. DBM/FoG zijn misschien leuk voor competitief aangelegde ancient-wargame-toernooispelers, maar vind ik als casual speler niet interessant genoeg.
Hail Caesar is het andere alternatief voor mensen die graag met Romeinse of Griekse helmen wat grootschaliger wargamen – maar dan moet je weten waar je aan begint. HC komt alleen maar goed tot zijn recht met flink veel figuren (300 figuren per leger, dat is ongeveer 75 voetstukken in mijn basingsysteem). HC is meer een lollig multiplayer dice fest, met een commandant die een blunder begaat waardoor een hele divisie opeens van het bord kan vertrekken, of die wild chargeert; en met veel bekers dobbelstenen die worden gegooid om de resultaten van de beker met dobbelstenen van de tegenstander teniet te doen. De spellen uit Warlord Games’ Black Powder-familie zijn gewoon minder tactisch dan de DBx-spellen.
Slotsom: AdlG is best een goed systeem, een geslaagde doorontwikkeling van DBA voor gevorderde wargamers, zowel voor casual als toernooispelers.
One thought on “Art de la Guerre: een korte recensie”